Jona 2:3

SVWant Gij hadt mij geworpen [in] de diepte, in het hart der zeeen, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen.
WLCוַתַּשְׁלִיכֵ֤נִי מְצוּלָה֙ בִּלְבַ֣ב יַמִּ֔ים וְנָהָ֖ר יְסֹבְבֵ֑נִי כָּל־מִשְׁבָּרֶ֥יךָ וְגַלֶּ֖יךָ עָלַ֥י עָבָֽרוּ׃
Trans.2:4 watašəlîḵēnî məṣûlâ biləḇaḇ yammîm wənâār yəsōḇəḇēnî kāl-mišəbāreyḵā wəḡalleyḵā ‘ālay ‘āḇārû:

Algemeen

Zie ook: Dodenrijk, Golf, golven, Hart (lichaamsdeel), Jona (vis), Zeestromen

Aantekeningen

Want Gij hadt mij geworpen [in] de diepte, in het hart der zeeën, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

תַּשְׁלִיכֵ֤נִי

Want Gij hadt mij geworpen

מְצוּלָה֙

de diepte

בִּ

-

לְבַ֣ב

in het hart

יַמִּ֔ים

der zeeën

וְ

-

נָהָ֖ר

en de stroom

יְסֹבְבֵ֑נִי

omving

כָּל־

mij; al

מִשְׁבָּרֶ֥יךָ

Uw baren

וְ

-

גַלֶּ֖יךָ

en Uw golven

עָלַ֥י

over

עָבָֽרוּ

gingen


Want Gij hadt mij geworpen [in] de diepte, in het hart der zeeën, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!